Na het zwemmen, nu weer het land ontdekken!
Vanmorgen weer lekker op tijd wakker. Batumi is voorlopig even van het lijstje, dus de vraag is wat het wel gaat worden. Ik heb leuke dingen gehoord over de streek verder naar het oosten, dus misschien dat maar doen.
Zondag ben ik naar David Gareja geweest. Dat wilde ik eigenlijk combineren met Sighnaghi, maar ik was iets te laat vertrokken en zou dan niet meer op tijd zijn voor se openingsceremonie. Dus misschien is Sighnaghi, eventueel gecombineerd met Telavi een mooie optie voor vandaag.
Er schijnen bussen te gaan vanaf Samgori, dus maar weer een dag op onderzoek uit.
Samgori is zo gevonden, maar de bus is een ander verhaal. Blijken toch niet vanaf hier te vertrekken, maar vanaf Isani, een Metro terug. De man die ik de weg heb geprobeerd te vragen, blijft altijd
een leuke uitdaging hier, werkt me in een busje en geeft iemand anders opdracht om me er bij de juiste halte weer uit te gooien. We hebben een ontzettend leuk gesprek, babbelen honderd uit, al ben
ik wel benieuwd waar we het over gehad hebben. Dan stop de bus en word ik naar buiten verwezen. Ik ben er blijkbaar.
Even een paar hoekjes om kom ik inderdaad iets van een bushalte tegen. Er komen om de minuut ongeveer allerlei busjes voorbij, maar probeer maar eens te lezen waar ze heen gaan, dat is nog een
uitdaging op zich!
Dan stopt er een busje wat me mee wil nemen, nu alleen hopen dat het de goede kant op is...
Na een uur of 2 rijden stopt de bus even voor een korte tussenstop. Hier kun je allerlei lekkernijen kopen, maar lijkt me niet verstandig om nu meteen weer van alles te gaan proberen, dus blijf lekker even zitten. Na een minuut of 5 gaan we weer verder.
Dan stopt de bus, springt de chauffeur naar buiten en tikt een lief vrouwtje me aan. Hier moet ik er blijkbaar uit. Ik kijk om me heen en zie niet wat me doet lijken op iets van een mooi stadje of bezienswaardigheden. Klopt ook, want de buschauffeur regelt een taxi voor me om me naar de juiste stad te brengen, die ligt blijkbaar toch net niet helemaal op zijn route. Wat een schat dat hij dat toch zo regelt.
De taxi kost 3 Lari (deel door 2,5 voor Euro's) en brengt mij, samen met twee anderen die we iets verderop oppikken, in ongeveer een half uurtje de berg op. De taxi chauffeur zal eind 60, begin 70 zijn en ik denk dat hij van ongeveer hetzelfde bouwjaar is als zijn auto. We moeten 3x onderweg stoppen omdat hij wat water tegen de radiator moet gooien om hem blijkbaar te koelen, maar we komen een heel eind. Helaas niet tot helemaal boven op de berg, het zou eens een keer lukken, maar wel tot aan het begin van de mooie en oude stadsmuur. Dan maar weer een dag oefenen voor berggeit. De schildpad ben ik inmiddels voorbij, maar voor geit ga ik ook nog niet door!
Wat een leuk klein stadje! Zeker de moeite van een bezoekje waard. Wel even goede schoenen aan want overal liggen een soort van kinderkopjes, wat het wandelen een beetje tricky maakt.
Als je eenmaal boven bent kun je echt mooi en ver uitkijken alle kanten op. Je kijkt zo Azerbeidzjan in en als je de andere kant op kijkt ligt daar ergens Dagestan in de verte, blijkbaar. Maar of
we echt zo ver kunnen kijken, ik durf het echt niet te zeggen.
Er ligt een klein leuk museum waar je voor een appel en een ei naar binnen kunt, dus dat laat ik niet aan me voorbij gaan. Er hangen wat schilderijen van lokale schilders van begin 1900 en je ziet
allerlei gebruiksvoorwerpen van veel langer geleden.
Nog even een rondje langs de kerk, weer een stukje de berg af aan de andere kant. Berg af betekent ook weer berg op, dus ik zoek op weg naar beneden alvast een leuk tentje waar ik zo even kan
lunchen als ik weer terug omhoog klauter.
In deze kerk willen ze liever niet dat er foto's gemaakt worden, dus dat respecteer ik. Maar ook hier hangen weer dezelfde typen van mooie iconen en schilderingen door het hele gebouw.
De klim is niet zo erg, zeker niet als je halverwege even lekker kan stoppen voor een lunch. Heb een leuk guesthouse gezien, dus dat komt helemaal goed. Ze hebben blijkbaar ook iets van een zwembad. En ook na 5 dagen kun je daar toch nog geen genoeg van krijgen.
Ik loop naar binnen en vraag of ik daar ook iets kan eten. De dames springen heel enthousiast op en wijzen me de weg. Iets minder enthousiast volg ik... Het restaurant blijkt een trap of 6 lager op de helling te liggen. Mooi hoor, en het uitzicht is geweldig, maar het effect van het halverwege de helling even lunchen is nu wel weg. Zit denk ik nog lager dan het niveau van de kerk!
Een lekkere fruitsalade en een liter water verder klauter ik vol goede moed weer naar boven om de weg weer te vervolgen. Ik vraag even rond waar busjes vertrekken en waar ze allemaal naar toe gaan om te kijken of ik hiervandaan nog in Telavi kan komen.
Bij het busstation wordt aangegeven dat er een bus vertrekt om 16:00 en de eerstvolgende daarna gaat om 18:00. Nou 16:00 dan maar, dat is iets meer dan een half uurtje. Kan ik nog een klein rondje doen. Wil wel op tijd zijn voor een beetje een OK plek.
Nou die OK plek blijkt flink tegen te vallen. Ik zit wel bij het raam, maar de beenruimte is erg beperkt. Geldt eigenlijk voor iedere plek. De bus zit afgeladen vol. Alle tussenstoeltjes worden uitgeklapt zodat je op ieder rij met 4 naast elkaar zit. En er wordt ook nog iemand op een krukje geplaatst.
Als de bus gaat rijden, bedenk ik me dat ik een soort cruciale vraag ben vergeten te stellen. De bus vertrok om 16:00, maar waar naartoe? Ach, ik houd van avontuur, we ontdekken het vanzelf.
Een ding is zeker, we gaan niet de zelfde route terug als ik gekomen ben. We gaan eerst een stukje omhoog de bergen in richting een blijkbaar nabij gelegen klooster. We stoppen er om wat mensen in te laden, maar behalve dat ik een bordje met klooster herken, herken ik niets wat op een oud klooster of zo lijkt.
We rijden nu door een stuk bergen met mooie groene begroeiing. Veel van de heuvels/bergen hier zien geel van het dorre gras, dus dit heeft wel weer wat. We gaan niet erg hoog, maar wel erg dicht langs het randje. Ook nu stoppen we weer een keer tijdens een klim. De chauffeur koelt de radiator met water en vult daarna al zijn flessen even bij bij een bron. Wat hij kan, kan ik ook. Mijn flesje was toch bijna leeg. Lekker hoor en heerlijk koud!!
We klimmen een klein stukje verder, maar dan begint al snel de afdaling. Nu iets van een uurtje rijden weet ik van ellende niet meer waar ik mijn knieën moet houden. Voor mijn gevoel zitten ze achter mijn oren gevouwen. Ik zit klemvast in mijn stoel. Wanneer de buschauffeur flinke op zijn rem trapt, knal ik met mijn knie flink hard tegen de stoel voor me. Dat wordt een mooie blauwe plek denk ik.
Dan pas bedenk ik me dat de chauffeur geremd heeft, eigenlijk een heel bijzonder moment, want dat gebeurt hier niet zo vaak. De Georgische equivalent aan remmen is toeteren namelijk. Onder het motto: ik heb geen zin om te remmen, dus zorg jij maar dat je op tijd weg bent. En dat gaat eigenlijk altijd goed, iedereen kent deze (ongeschreven??) regel hier. Maar we bleken te remmen omdat er nog iemand bij wil. Ach, de meer zielen, de meer vreugd.
Ik heb ongeveer de hele route mijn hoofd voor het open raam. In de bus is het bloed heet. Ondanks dat het buiten niet veel beter is, het voelt alsof ik een warme föhn in mijn gezicht heb blazen, is
het beter dan het raam verder dicht. Er lijkt iets van zuurstof binnen te komen.
Na in totaal iets van anderhalf uur in de bus herken ik een plaats waar we voorbij rijden. Deze bus gaat richting Tbilisi. Ik weet niet of ik nu opgelucht of teleurgesteld ben. Weet wel dat het nog
een flink ruim uur naar Tbilisi is. Laten we hopen dat een paar mensen al iets eerder uit willen stappen, want mijn stuitje geeft inmiddels aan dat even een keertje gaan verzitten niet heel veel
kwaad kan.
Helaas, alleen de dame op de kruk wil er in een buitenwijk van Tbilisi uit, de rest gaat mee naar mijn stop, een enkeling blijft nog zitten.
Omdat ik de hele reis met mijn hoofd voor het open raam heb gezeten, voelt het alsof ik een soort facelift heb gehad. Mijn kop staat strak en mijn gezicht kijkt wat te slapen. Het geeft een heel
grappig tintelend gevoel nu ik ben uitgestapt. Heel langzaam trekt het weg naar beneden richting mijn kin en opzij richting mijn oren. Dit voelt echt heel raar, maar eigenlijk ook wel heel lekker.
Grote vraag is, ga ik het nog redden om morgen alsnog naar Batumi te gaan? Even langs het station voor info. De nachttrein gaat vanavond niet, want die gaat om de dag.
Er gaat wel een trein, maar die vertrek even voor 9 uur in de ochtend. Dan ben ik rond 14 uur in Batumi. De trein terug gaat dan weer rond 18 uur als ik de laatste pak. Eén eerder gaat even over 16 uur. Als ik de trein van 18 uur zou nemen, ben ik rond 12 uur, middernacht in het hotel. Ik vlieg de volgende ochtend vroeg, dus het kan, maar het houdt niet over. Hmmm even over nadenken. Kan morgen ochtend vroeg beslissen.
Nu eerst maar even terug naar het hotel voor en frisse douche en dan even een hapje eten in de stad.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}